Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 372]
| |
kreeg hier zo dra geene tyding van, of hy beschreef Heirvaart, en rukte, van Stigtsche hulpbenden verzeld, ten Lande van Arkel in. Men vindt dat hy, om deeze Kryg met kragt voort te zetten, sedert, een gedeelte zyner heerlyke goederen bezwaarde, op welken de Hollandsche Steden hem geld schootenGa naar voetnoot(5). Ook stonden de Poorters derzelven hem trouwelyk byGa naar voetnoot(m). Behalven het Slot Arkel, even buiten Gorinchem, aan de Oostzyde, staande, waren 'er nog twee of drie VestingenGa naar margenoot+ hier omtrent, Gasperne met Hagestein, en Everstein, den Huize van Arkel, by koop, aangekomenGa naar voetnoot(n). Everstein stondt digt aan de Lek: Gasperne en Hagestein by malkanderen, een vierendeel uur gaans meer landwaards in. Hertog Willem sloeg zig voor de twee laatstgemelde Plaatsen neder: de Stigtschen belegerde Everstein. Vooraf egter hadt Willem, voor elke Plaats, een Blokhuis opgeworpen, waar uit dezelven beschooten werden. Ook hadt hy, om den toevoer naar Everstein te beletten, de Lek met paalwerk afgedamd. In Hooimaand, werden de Plaatsen eerst beschooten. Doch 't leedt niet lang, of men vondt geraaden, dezelven naauw te besluiten, en, door uithongering, tot de overgaave te dwingen. Eenige maanden te vooren, hadden Hertog Willem, Bisschop | |
[pagina 373]
| |
Fredrik en eenigen der vertrouwdste Edelen eene soort van Ridderlyk teken aan den hals gedraagen, bestaande in eene ronde gouden 1406. hegge of tuin, met een hek afgeslooten. Niemant wist, wat hier mede beduid wierdt. Doch toen men naderhand Gasperne met Hagestein, en Everstein, met eene hegge van vast paalwerk, verbonden door willigen takken, en met aarde en rys aangevuld, zag omringen, verstondt men, dat dit Ridderteken te kennen gaf, dat het besluit, om deeze Vestingen, door beleg, tot de overgaave te dwingen, reeds voorlang genomen geweest wasGa naar voetnoot(o). Men wilGa naar voetnoot(p), dat men, sedert, dit teken op de Graaflyke zegels en munten gebragt heeft: op welken het wapen en de Maagd van Holland, beslooten in een hegge, gemeenlyk den Hollandsche Tuin genaamd, afgebeeld is. |
|