Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 298]
| |
jaars 1359. Het duurde meer dan tien weeken, en werdt, zo 't schynt, al dien tyd, door Hertoge Albrecht, in persoon, bygewoondGa naar voetnoot(9). Eindelyk, ging de Stad, by Verdrag, over. De Stedelingen moesten Hertog Albrecht om vergiffenis bidden, veertig duizend oude Schilden opbrengen, en hunne muuren laaten afwerpen. De Edelen en uitheemschen, die zig tot hoofden onder hen opgeworpen hadden, werden niet in den Zoen begreepen. Ook waren Nyenrode, Kervena, en eenige anderen reeds ter Stad uit gevlugt, en hadden zig, binnen Heusden, geworpen. Doch Henrik van der Woerd werdt betrapt en onthalfd. De Edelen, die op 't Slot te Heusden geweeken waren, werden 'er, op bevel van Hertoge Albrecht, een jaar lang, belegerd, en eindelyk, op voorspraak van Otto Heere van Arkel, in genade aangenomen, mids dat zy 't Slot Hertoge Albrecht inruimden, en zig verbonden, om, binnen twee jaaren, in Bedevaart, naar Jeruzalem te gaanGa naar voetnoot(q). |
|