Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijOorlog tegen de Stigtschen.Hertog Willem vondt, omtrent deezen tyd, geraaden, de wapenen wederom op te vatten tegen de Stigtschen. 't Bestand, te vooren, tusschen hem en Bisschop Jan, getroffen, was, al in 't jaar 1350, ten einde geloopen. Doch de Hertog hadt, toen en sedert, de handen zo vol werks, met den binnenlandschen Kryg tegen de Hoekschen, dat het hem niet gelegen kwam, iet tegen het Stigt te onderneemen. De Bisschop, overlaaden met schulden, hadt zig, reeds voor 't uitgaan van 't Bestand, genoodzaakt gezien, het Stigt te ruimen, en naar Rome te wyken, laatende de Regeering in handen van zes EdelenGa naar voetnoot(d); die 's Lands geldmiddelen in zulk eenen slegten staat vonden, dat hun ook geen lust overschoot, om eenige vyandlykheid tegen de Hollanders te pleegen. Doch toen de Bisschop, in 't jaar 1351, te rug gekeerd was, en, in de drie of vier volgende jaaren, de Stigtsche zaaken in veel beteren staat gebragt hadtGa naar voetnoot(e), ook reeds, op den Hollandschen bodem, hadt beginnen te stroopenGa naar voetnoot(f), was Hertog Willem, niet zonder reden, bedugt, voor verdere vyandlykheden, van 's Bisschops zyde. De afstand en dood van Vrouwe Margareet hadt hem in 't bezit deezer Landen be- | |
[pagina 285]
| |
vestigd. De Hoekschen, en die hun gunstig waren durfden zig reppen noch roeren. De Kabbeljaauwschen hadden goed en bloed voor hem ten besten. Steunende, derhalven, op de gunst der Landzaaten, en zig, daarenboven, heimelyk verbonden hebbende met Arnoud van Ysselstein, Jan van Kuilenburg, Gysbrecht van Viane en verscheiden' andere Stigtsche Edelen, vondt hy geraaden, den Bisschop te voorkomen, verklaarende hem openlyk den oorlog, in Slagtmaand des jaars 1355. Terstond hier na, rukte hy, met een Leger, in 't Stigt, zig nederslaande niet verre van Wyk te Duurstede, by 't Dorp Koten, van waar hy het Land alomme afliep en plat brandde. De Bisschop, ter loops eenige Knegten op de been gebragt hebbende, poogde de Utrechtsche Burgers te beweegen, om, nevens hen, tegen Hertoge Willem, ten stryde te trekken. Doch de Heeren van Ysselstein, Kuilenburg en Viane, heimelyk door Hertoge Willem gewonnen, veroorzaakten, dat de Bisschop niemant der Poorteren de wapenen kon doen opvatten. De Hollanders vonden, derhalven, weinig tegenstand, in 't Stigt. Alleenlyk viel eenig Volk, dat de Hollandsche zyde hieldt, door onkunde van den regten weg naar Oudewater, werwaards zy 't gemunt hadden, den Montsoorteren in handen. Van eenen anderen kant, onttrok Emmenes zig, andermaal, het Bisschoplyk gebied, zig wederom onder Holland begeevende. De Veldtogt deezes jaars eindigde, met eene schermutseling tegen die van | |
[pagina 286]
| |
Bunschooten, welken Jan, Heer van Egmond, aan 't hoofd eeniger Hollandsche benden, zeventig Burgers afsloegGa naar voetnoot(g). |
|