I. Oorsprong der tweedragt hier te Lande na de dood van Willem den IV. 1345.
MEermaalen hadt men, hier te Lande, ondervonden, dat het overlyden der Graaven, zonder Kinderen, of zonder Zoonen na te laaten, oorzaak van onrust en verdeeldheid geweest was. Doch de tweespalt, die, niet lang na het ontydig omkomen van Willem den IV, ontstondt, overtrof, in felheid en duurzaamheid, de voorige verdeeldheden; brengende de partyschap voort van Hoekschen en Kabbeljaauwschen, die anderhalve eeuw geduurd, en welker overblyfssels men, zelfs tot in 't midden der zestiende eeuwe, bespeurd heeft. Voorbeelden van bitterheid, haat en onverzoenbaaren wrok heeft deeze partyschap, by menigten, uitgeleverd. Zy heeft den Adel tegen den Adel, de Steden tegen de Steden, ja Burger tegen Burger en Maag tegen Maag in de wapenen geholpen: terwyl 's Lands Ingezetenen hunne verdeeldheden billykten met het voorbeeld der Lands Heeren, onder welken, de Zoon zig niet ontzag, eenen openbaaren oorlog te voeren, tegen zyne eigen' Moeder. De oorsprong en voortgang van deezen fellen Burgerkryg te ontvouwen, zal de Hoofdstof van dit Boek zyn.