Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXVI. 't Graafschap van Zeeland words Jonkheer Willem opgedraagen.Dit zelfde jaar 1334, werdt 'er, door bemiddeling van Filips den VI, Koning van Frankryk, eene Vrede getroffen, tusschen Jan den III, Hertog van Brabant, ter eener, en elf van de voornaamste Mogendheden ter anderer zyde, die, tegen den Hertog van Brabant, in een onderling Verbond, getreden waren. Graaf Willem was 'er één vanGa naar voetnoot(y): alzo hy, wegens eenige geschillen over de grenzen van Brabant en Henegouwen, op den Hertog gestoord wasGa naar voetnoot(z). Wy maaken hier alleenlyk van dit Verdrag gewag, om dat 'er eene byzonderheid in gevonden wordt, die, door niemant der oude Schryveren, aangetekend is. Graaf Willem voert, in het hoofd van het Verdrag, alleenlyk den naam van Graave van Henegouwen en Holland. En zyn Zoon, de jonge Willem, die 'er ook in gemeld wordt, heet Willem van Henegouwen, | |
[pagina 230]
| |
Graaf van ZeelandGa naar voetnoot(a). Hier uit blykt, dat Willem de III. het Graafschap van Zeeland aan zynen Zoon heeft afgestaan. Doch wanneer zulks geschied zy, meldt niemant. 't Moet tusschen de jaaren 1331 en 1333 gesteld worden; alzo Willem de III, in eenen Brief, des dingsdags na Paaschen des eerstgemelden jaars, gegeven, zig nog Graaf van Zeeland noemtGa naar voetnoot(b), en uit schriften van den jaare 1333Ga naar voetnoot(c) blykt, dat de Zoon toen reeds deezen titel voerde. Men vindt niet, dat 'er, na deezen, by 't leeven van Graave Willem den III, iets merkwaardigs hier te Lande meer gebeurd is. De Graaf worstelde, sedert eenigen tyd, met de jigt of het voeteuvel en andere zwakheden, die hem wel dikwils noodzaakten het bedde te houdenGa naar voetnoot(d); doch hem nog somtyds vryheid lieten, om zig met de gewigtigste zaaken te bemoeijen. |
|