Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij't Slot Vreêland aan Graave Willem verpand.Dit voorval deedt zyn gezag in 't Stigt ryzen. Doch daar gebeurde meer, waar door het nog hooger in top gevyzeld werdt. De Bisschop hadt van den Graave, tot els duizend ponden toe, ter leen opgenomen, waar voor hy, in 't jaar 1327, een groot deel van 't Stigt aan hem verpanddeGa naar voetnoot(c). 't Slot te Vreêland werdt, onder anderen, voor zevenendertig honderd ponden zwarten tournois, aan Graave Willem ingeruimdGa naar voetnoot(d). De Bisschop stak zig eerlang zo diep in schulden, dat hy alle de inkomsten zyns Bisdoms, op tweeduizend ponden na, die hem tot zyn onderhoud werden toegelegd, aan Graave Willem en zyne andere Schuldeischers afstaan moestGa naar voetnoot(e). En de Graaf gedoogde niet, dat 'er iets in 't Stigt, tegen zynen zin, uitgevoerd werdt. De Stad Utrecht, in 't jaar 1329, het Huis van Jan van Ligtenberg aangeslaagen en in 't openbaar verkogt hebbende, nam de Graaf | |
[pagina 223]
| |
dit zo euvel, dat hy Ligtenberg in Oudewater woonen lietGa naar voetnoot(f), en verlof gaf, om, van daar, met Hollandsche manschap gesterkt, wraak te neemen van 't leed hem aangedaanGa naar voetnoot(g). Utrecht moest sedert drieduizend ponden opbrengen, om zig met den Graave te verzoenen, en de Stad Kampen in 't Overstigt werdt genoodzaakt hem driehonderd ponden jaarlyks te beloovenGa naar voetnoot(h). De zaak van Ligtenberg in 't byzonder werdt, in 't jaar 1329, door den Graave, te Leiden afgedaan, zynde hy, ten deezen tyde, onder anderen in Holland gekomen, om de jaarlyksche Rekeningen van de Ontvangers zyner inkomsten op te neemen. |
|