Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXV. Oorlog tusschen Graave Robert van Vlaanderen en Graave Willem. 1310. De Hollanders en Zeeuwen weigeren den Graave hulp.'t Bestand, tusschen Graave Robert van Vlaanderen en Graave Willem van Henegouwen en Holland, getroffen, liep, in den Zomer des jaars 1310, ten einde. Tegen welken tyd, Graaf Robert een aanzienlyk Leger op de been gebragt hadt, met welk hy in Henegouwen viel. Graaf Willem hadt, ondertusschen, ook eenige uitgelezen' Ruiterbenden byeen getrokken; doch hy was slegt voorzien van Voetvolk, alzo de Hollanders en Zeeuwen niet te beweegen geweest waren, om hem in Henegouwen te komen helpen. Zy beweerden, naamlyk ‘dat zy genoeg te doen hadden, met het beschermen hunner eigene Kusten, welken, door Graave Robert, die eene magtige Vloot te water gebragt hadt, met eene Landing, gedreigd wer- | |
[pagina 190]
| |
den.’ Graaf Willem zag zig, derhalven, genoodzaakt tot het sluiten van een nadeelig Verdrag, by welk hy zig, volgens het verhaal der Vlaamsche Schryveren, verbondtGa naar margenoot+ ‘Zeeland, ik versta, Zeeland Bewester-Schelde, voortaan van de Vlaamsche Graaven ter leen te zullen houden: aan Guy van Vlaanderen, 's Graaven Broeder, dien men, reeds in 't jaar 1305, onder de Edelen deezer Landen, gemeld vindtGa naar voetnoot(r) ‘jaarlyks zo veel toe te zullen leggen, als Zeeland opbragt: afstand te zullen doen van zyn Regt op het Land van Waas en de vier Ambagten, en de Zeeuwsche ballingen, of derzelver erfgenaamen, wederom te zullen herstellen, in het bezit hunner verbeurd verklaarde goederenGa naar voetnoot(s).’ Men weet, van elders, dat deeze Ballingen zig thans veel in Vlaanderen ophielden, zig geneerende met zeeschuimen, waar mede zy, onder anderen, den Engelschen veel nadeels toebragtenGa naar voetnoot(t). |
|