Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 187]
| |
den tienden van Grasmaand des jaars 1307, een Verdrag té treffen, met Jan den II, Hertog van Brabant, by welk alle voorige oneenigheid bygelegd, en bedongen werdt, dat de Ingezetenen van Holland, die den Hertog gediend, en hierom hunne goederen verbeurd hadden, in 't vol bezit derzelven, hersteld zouden worden. De Hertog stondt daarentegen volkomenlyk af van het Regt van hulde of manschap, welk hy, wegens Zuidholland, op den Graave meende te hebben, stellende de Brieven, hier van in wezen, Graave Willem wederom ter handGa naar voetnoot(e). Terwyl men over dit Verdrag handelde, of kort te vooren, hadt Hertog Jan aan de Dordrechtsche Koopluiden, volgens de gewoonte deezer tyden, Vrygeleide verleend, om in Brabant handel te komen dryven, tot opzes weeken na zyn wederzeggenGa naar voetnoot(f). Doch met het sluiten van het Verdrag, zal alle handel wederom volkomenlyk open geweest zyn. |
|