Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 166]
| |
mend antwoord, en terstond hier op, zag men de Poorters alomme opstaan tegen de Vlaamingen. Delft, door zekeren Okkenberg in beweeging gebragtGa naar voetnoot(z), was de eerste die de Vlaamsche bezetting ter Stad uit dreef. Hier op volgde Leiden, welks Poorters, de Vlaamingen verjaagd hebbende, de Gyzelaars, die men Heere Guy hadt moeten geeven, met geweld, van Gouda te rug haalden. Gantsch Delfland, met naame de Stad Vlaardingen, hieldt den zelfden voet. Te Schiedam, hielpen de Vrouwen de Vlaamingen doodslaan enGa naar margenoot+ verdryven. Te Schoonhoven, was Nikolaas van Kats, uit zyne gevangenisGa naar voetnoot(a) geslaakt zynde, wederom aan 't bewind geraakt, en hieldt het Slot voor de. Vlaamingen bezet. Doch eenige opschudding onder de Burgerye bemerkende, hadt hy zig, in Persoon, Stadwaards in begeven, om te zien, wat 'er gaans ware. De Burgers, verre van zig, door door zyne aankomst, te laaten stillen, hielden hem vast, en zonden hem naar Dordrecht. Toen belegerden zy 't Slot, welk, door zynen Zoon, verdedigd werdt. Jonkheer Willem en Witte van Haamstede, aan 't hoofd van eenige Zeeuwen, Kennemers en Westfriezen, kwamen, na verloop van eenigen tyd, ook voor dit Slot, en bestormden het heviglyk. Om voor het schieten der Burgtzaaten beveiligd te zyn, deeden zy den ouden Heer van Kats binden aan een stormtuig, 't welk tegen 't Slot aangevoerd werdt. De Zoon | |
[pagina 167]
| |
besloot eerlang tot de overgaave; doch moest, zo wel als zyn Vader, in 's Graaven gevangenis gaan. De Burgtzaaten werden, tegen eenige Hollandsche gevangenen, die de Vlaamingen in Duiveland bekomen hadden, uitgewisseldGa naar voetnoot(b). Witte van Haamstede, die den meesten yver tegen de uitheemsche overheersching getoond hadt, werdt, sedert, de Geessel der Vlaamingen genoemdGa naar voetnoot(c). |
|