Aanmerkingen over dit voorgeeven.
Renesses voorgeeven, dat het Graafschap aan 't Ryk vervallen was, zou grond gehad hebben, indien men het als een kwaad Leen, welk alleen op de mannelyke Nakomelingen van den Bezitter versterven kon, moest aanmerken. Doch wanneer men het hieldt voor een goed vry Ryks-Leen, welk op den naasten erfgenaam, 't zy vrouw of man, verstierf; gelyk het, sedert, doorgaans aangemerkt is, moest zyn voorgeeven, als ongegrond, verworpen, en Jan de II, voor wettigen Bezitter van 't Graafschap, gehouden worden. Ondertusschen, kon Renesses stelling met eenigen schyn worden beweerd, alzo men nog geen voorbeeld gehad hadt van het versterven van 't Graaflyk bewind op iemant, die, uit den zydtak, langs eene Vrouwe, gesprooten was.