Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijXXXIII. Wolferd poogt met den Graave naar Zeeland te vlugten.Aloud van 't gebeurde aan Heere Wolferd kennis gegeven hebbende, besloot deeze, met den Graave, naar Zeeland te vertrekken, en aldaar Heirvaart tegen Dordrecht te beschryven. De Hollanders, hier de lugt van krygende, en den Graaf ongaarne willende missen, sloegen aan 't morren tegen Wolferd. Zyn Schoonzoon, Gerard van Voorne, hadt, zo men wil, de koenheid van hem de vriendschap op te zeggen, indien hy den Graaf vervoerde. Wolferd, ondertusschen bevroedende, hoe zeer hy by de Hollanders in den haat geraakt was, agtte zig niet langer veilig in den Haage. Hy begaf zig, derhalven, op eenen nagt, van daar, den Graaf, dien hy, in alles naar zyne hand zetten kon, medevoerende. Om niet ligtelyk agterhaald te worden, deedt hy alle de bruggen agter zig afbreeken, rennende te post naar Schiedam, van waar hy naar Zeeland oversteeken wilde. Doch het vervoeren des Graaven was zoGa naar margenoot+ dra niet rugtbaar geworden, of 't Hof en 't gantsche Dorp 's Graavenhaage was in oproer. De jonge Graavin kermde over 't ver- | |
[pagina 126]
| |
lies van haaren Egtgenoot, en verwekte zo veel medelyden in de Gemeente, dat veelen zig gereed maakten, om de vlugtenden te vervolgen. In weinige uuren, waren zy te Vlaardingen, en hier vernomen hebbende, dat de Graaf wel van land gesteken was; doch, door de stilte, weinig vorderen kon, bragten zy al wat volk voeren kon, tot Booten en Vischschuiten toe, te water, en roeiden hem, met alle kragt, agter aan: terwyl zy de lugt, met luid roepen om hunnen Graave, vervulden. Haast hadt men hem ingehaald, en nog spoedigerGa naar margenoot+ bewoogen, om te rug te keeren. Wolferd, die by hem was, moest zig gevangen geeven, en werdt, nevens zyne Huisvrouw, naar Delft gevoerd, en op 't Steenhuis gelegd. Zyn Schoonzoon, Gerard van Voorne, dien hy, met geweld, uit den Haage mede genomen hadt, verkreeg nu zyne vryheid weder, die hy reeds verlooren rekende. Graaf Jan hadt zig terstond naar den Haage begeven, zonder zig, zo ver men weet, om Wolferd meer te bekommeren. De Delftsche Gemeente, met eenen bitteren haat tegen hem ingenomen, was ondertusschen op de been geraakt, en voor 't Steenhuis samen geschooldGa naar voetnoot(y). Straks daar na, ging 'er een kreet op: Levert ons den Verraader, of wy steekenGa naar margenoot+ Steenhuis in den brand. Die van binnen, 't zy zy, zo wel als 't volk, Wolferds dood zogten, of, gelyk zy voorgaven, voor's volks woede, bedugt waren, beslooten hem, ontharnast, ter deure uit te stooten: daar hy, | |
[pagina 127]
| |
voor de razerny der verbitterde menigte bloot gesteld, in een' oogenblik, door duizend wonden, van 't leeven werdt beroofdGa naar voetnoot(z). Laater Schryvers melden, dat hy, uit de vensters van 't Steenhuis geworpen zynde, op pieken gevangen, en vervolgens afgemaakt werdtGa naar voetnoot(a). Doch dit vindt men niet by de oudsten. Ook verhaalen sommigen, dat Graaf Jan van Henegouwen Wolferds dood bewerkt zou hebbenGa naar voetnoot(b): waarvan egter geen bewys is. Meer blyk is 'er, dat 'er eenige voornaame Edelen, uit de huizen van Duivenvoorde, Zandhorst, Haarlem en anderen, handdaadig aan zyn geweestGa naar voetnoot(c). Zy viel voor op den eersten van Oogstmaand des jaars 1299. DenGa naar margenoot+ Baljuw Aloud trof eerlang het zelfde lot. Die van Dordrecht, het omkomen van Heere Wolferd vernomen hebbende, trokken voor het Huis Kraaijestein, dat zig, wel haast, op genade en ongenade, overgeeven moest. Aloud en eenigen der zynen, gevangelyk naar Dordrecht gevoerd wordende, werden, door de Gemeente, pas voor de Stads Poort, tot zes in getale, doodgeslaagenGa naar voetnoot(d). Wolferds dood gaf gelegenheid tot eenen geweldigen oproer binnen Veere, die, in Bloeimaand des jaars 1301, voorviel; doch van welken wy geen regt bescheid hebben konnen | |
[pagina 128]
| |
bekomen. Uit den Zoen, die, in 't jaar 1309, door den Bisschop van Utrecht, den Graave van Holland, en Gerard van Voorne, Burggraave van Zeeland, tusschen de maagen van Wolferd, en de Edelen, die schuldig geweest waren aan zynen dood, bewerkt werdt, blykt alleenlyk, dat de eersten, wegens den oploop te Veere, drie duizend ponden tournois betaalen, en dat de laatsten Wolferds dood met een duizend ponden boeten moestenGa naar voetnoot(e). |
|