Wederzydsche Vyandlykheden.
't Leedt niet lang, of de Stad werdt belegerd. Wolferd hadt voor, haar den toevoer af te snyden, en haar daar door tot onderwerping te brengen. Witte van Haamstede werdt, tegen zynen dank, op 't Huis van Putten gelegd. Nikolaas van Kats lag beneden de Stad, te Alblasserdam, en hieldt Uitleggers op de Merwe, die de Vaart naar de Stad beletteden. De Baljuw Aloud, wien 't Huis Kraaijestein, te Slydrecht, boven Dordrecht gelegen, aanbevolen was, hadt den stroom met paalwerk belemmerd. Eene enkele Kogge, onder zyn bevel staande, by nagt, ondernomen hebbende de Stad te naderen, verwekte zo veel opschudding onder de Burgerye, dat elk te wapen liep, en zo wel te water als te lande, ter Stad uit, naar Kraaijestein toog. Aloud, die toen niet op 't Huis was, mengde zig bedektelyk onder den hoop, en hadt het geluk van onbekend te blyven, tot dat hy, voor 't Huis gekomen, zig omwendde, en