Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijInhoud van 't Verbond 1296.Te gewigtig was egter deeze onderneeming, dan dat de Graaf de Hollandsche en Zeeuwsche Edelen daarover niet geraadpleegd zou hebben. Hy gaf 'er, derhalven, zynen vertrouwdsten Vrienden kennis van, en werdt, van eenigen derzelven, op de reize, verzeld. In den aanvang des jaars 1296, te weeten op Maandag, den negenden van Louwmaand, werdt 'er, te Parys, tusschen Koning Filips en Graave Floris, een Verbond getekend van deezen inhoud: ‘1. De Koning zou den Graave, jaarlyks, vierduizend ponden tournois betaalen, en vyfentwintig duizend ponden eens, daarenboven, waar van hy reeds zeventien duizend vyfhonderd ponden ontvangen hadt. 2. De Graaf beloofde, daarentegen, den Koning hulde en manschap: in 't byzonder, bystand tegen alle 's Konings Vyanden, uitgenomen tegen den Koning van Duitschland, ten ware deeze | |
[pagina 61]
| |
den eersten aanval mogt doen. 3. Ook beloofde hy 's Konings Vyanden, die met den Koning van Engeland verbonden waren, te zullen beoorloogen, zo dra de Koning het begeerde. Doch tegen den Koning van Engeland zelven begeerde hy geenen aanvallenden Oorlog te voeren. 's Konings Vrienden en Bondgenooten zouden den vryen toegang in 's Graaven Landen hebben, en zig, uit dezelven, van Schepen, Krygs- en Mondbehoeften mogen voorzien: al het welke aan 's Konings Vyanden geweigerd zou worden. 4. Graaf Floris zou 's Konings Vyanden, voor den eersten van Bloeimaand naastkomende, zelfs uit zyn Land verdryven, de ongewapende Koopluiden en Duitschers uitgenomen. Ook zouden de Boden des Duitschen Konings en des Hertogs van Brabant, die naar Engeland moesten, tot agt dagen na Paaschen toe, door 's Graaven Landen, vryelyk gaan en keeren mogen. 5. Filips mogt geene Vrede met Eduard sluiten, zonder Floris, eenvoudiglyk, in dezelve te begrypen: en te bedingen, dat 's Graaven Zoon, Jan, hem wederom gegeven wierdt. Zo Eduard het geslooten Huwelyk tusschen Jan en Elizabet weigerde te laaten voltrekken, en Floris genoodzaakt mogt worden, de vyfentwintig duizend kleine ponden tournois, die hy reeds ontvangen hadt, wederom uit te keeren, beloofde Filips hem schadeloos te zullen stellen, of zynen Zoon eene andere Egade te zullen bezorgen. 6. Zo Floris eenig Land, in den Kryg tegen de vyan- | |
[pagina 62]
| |
den van Frankryk, verloor, of zo hy, of iemant der zynen gevangen genomen wierdt, beloofde Filips geene Vrede te zullen maaken, dan onder beding, dat de veroverde Landen wederom gegeven, en de gevangenen geslaakt zouden worden. Ook mogt hy niet gedoogen, dat eenig Leenman van Frankryk, zo lang dit Verbond stand hieldt, Graave Floris moeilykheid aandeedt.’ De Edelen, die dit Verbond, nevens Graave Floris, bezegelden, waren Dirk van Brederode, Jan van Renesse, Willem van Egmond, Henrik vanGa naar voetnoot(1) Heldam, Willem van Arkel, Nikolaas van Putten, Filips van Wassenaar en Jan van TeilingenGa naar voetnoot(h). De Graaf en zyn Gezelschap keerden, zo dra de onderhandeling zyn vol beslag hadt, ten spoedigsten, wederom herwaards. |
|