Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijGevolg van den Vlaamschen Kryg.Graaf Guy hieldt egter het oog nog op Zeeland, en begon, na verloop van eenige jaaren, wederom Volk op de been te brengen. Floris ontdekte zyn voorneemen ligtelyk, beschreef terstond alomme Heirvaart, en vergaderde een talryk Leger in Walcheren, met welk hy zig, langs het | |
[pagina 52]
| |
strand, van Vlissingen af, tot Zoutelande toe, nedersloeg. De Vlaamingen lagen, hier tegen over, in 't Land van Kadzand: doch durfden niet nader komen. Eenige voordeelen behaalden de onzen, eer het tot een hoofdtreffen kwam. De Friezen, die nu den Graave getrouw dienden, deeden eenen inval in Kadzand, en keerden, met buit, te rug. Jan van Renesse trok naar Sluis, en stak 'er den brand in. Doch toen de Vlaamingen genoegzaamen voorraad van Schepen byeen gekreegen hadden, staken zy over naar Barland in Zuid-Beveland. Hier landden zy gelukkiglyk, ten getale van drie duizend man. In 't eerst, vonden zy geenen tegenstand, en haalden hierom 't hert op, met plonderen en blaaken. Doch 't leedt niet lang, of Doedyn van Everingen en die van Borselen hadden driehonderd man op de been gebragt, met welken zy, van twee kanten, op de Vlaamingen aantrokken. Naauwlyks was de eerste aanval geschied, of de schrik sloeg onder de Vlaamingen, die hals over hoofd naar hunne Schepen vlooden. De Zeeuwen zaten hen zo kort op de hielen, dat 'er veelen in 't water gejaagd werden. Die te lande bleeven, werden gedood of gevangen genomen. De oudste en naauwkeurigste Schryvers getuigen, dat 'er duizend Vlaamingen verdronken, en tweehonderd gedood werden. Deeze overwinning, die den Vlaamingen, voor eenige jaaren, den lust benam, om op het bemagtigen van Zeeland toe te leggen, werdt behaald, op den zevenentwintigsten van Wynmaand des jaars 1295. Graaf Floris vorderde den voornaamsten gevange- | |
[pagina 53]
| |
nen losgeld af, en zond de overigen, van alles beroofd, naar hun Land, te rugGa naar voetnoot(f) Wy hebben het verhaal des Vlaamschen Krygs niet willen afbreeken, door een Verhaal van 't gene 'er, tusschen het jaar 1289 en 1295, elders, merkwaardigs voorgevallen is: waar toe wy nu overgaan. |
|