Vaderlandsche historie. Deel 2
(1749)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 83]
| |
XXVI. Veranderingen na de dood van Keizer en van Koning Lodewyk.Keizer Lodewyk, in 't jaar agt honderd vyf en zeventig, overleeden zyndeGa naar voetnoot(u), werdt Koning Karel, zyn Oom, tot de Keizerlyke waardigheid verheevenGa naar voetnoot(v). Karels Broeder, Lodewyk, overleedt op den agt en twintigsten van Oogstmaand des volgenden jaarsGa naar voetnoot(w). De Keizer, die de helft van Lotharingen reeds bezat, poogde zig toen, met geweld, vanGa naar margenoot+zyns overleeden Broeders wederhelft meester te maaken. Doch 't mislukte hem. Het Ryk van Koning Lodewyk werdt, onder zyne drie Zoonen, Karoloman, Lodewyk en Karel, den Dikken bygenaamd, verdeeld. Karoloman verkreeg Beyere, Karel Duitschland, en Lodewyk Oostfrankryk, Turingen, Saxen, Friesland en de helst van 't Ryk van Lotharius, uitgenomen eenige steden, die aan Karel werden gelaatenGa naar voetnoot(x). Lodewyk bekwam, na de dood van Karel den Kaalen, die op den zesden van Wynmaand des jaars agt honderd zeven en zeventig voorvielGa naar voetnoot(y), en na dien van Karels Zoon, Lodewyk den Stamelaar, in 't volgend jaar voorgevallenGa naar voetnoot(z), volgensGa naar margenoot+een verdrag, in 't jaar agt honderd negen en zeventig getroffen, de andere helft van Lotharingen, eertyds door Karel den Kaalen bezetenGa naar voetnoot(a); zo dat hy nu 't oppergebied over alle de Nederlanden hadt. Ga naar margenoot+ In 't jaar agt honderd en tagtig, zondt hy | |
[pagina 84]
| |
Ga naar margenoot+een Leger, onder 't bevel van Hertog Bruno, tegen de Noormannen, die in Saxen gevallen waren. Doch het kreeg de nederlaag, en Bruno zelf, nevens elf andere Graaven, twee Bisschoppen, en agttien Koninglyke Lyftrauwanten, behalven een groot getal van gemeenen, sneuvelde in 't gevegt. Onder de Graaven, wordt zekere Dirk genoemd, die van sommigen voor een' Hollandschen Graave gehouden wordt, en wel voor den zelfden, aan wien 's Konings Vader, eertyds, het Woud Wasda hadt geschonken. Doch men heeft hier voor geen ander bewys dan de gelykheid van den naam, die, ten deezen tyde, zeer gemeen was. Onder de gesneuvelden in dit gevegt, worden zelfs nog twee Dirken, een Bisschop en een Lyftrauwant, met naame, genoemdGa naar voetnoot(b). |
|