Morgen is het 19 September.
‘Nou, dat is toch niets bijzonders?’ hoor ik je al vragen.
Ja, dat is wel iets bijzonders. Voor Rob is het iets héél bijzonders. Op zijn kalendertje, dat vader voor hem aan de wand heeft gehangen, heeft hij het cijfertje 19 van de maand September met rood potlood dik aangestreept.
Op 19 September is Rob jarig, moet je weten.
Dan wordt hij acht jaar!
En dáárom kan Rob vanavond maar niet in slaap komen. Hoe graag hij ook wil. Want hij moet maar steeds denken: ‘Wat zal ik morgen krijgen?’
Hij heeft een verlanglijstje mogen maken en daar heeft hij een heleboel dingen op gezet. Een bal... een boek... een nieuwe inktlap... een doos kleurpotloden... een hijskraan..... En nog veel meer!
Maar al heeft Rob een verlanglijstje gemaakt, hij weet toch lekker niet wat hij zal krijgen.
Vriendjes mag hij ook vragen om 's middags bij hem te spelen. Moeder heeft al gezegd, dat zij voor een verrassing zal zorgen. Wat zal dat wel zijn?
‘Jongens, jongens, was het maar vast morgen! Was... het... maar... mor... gen...’
Rob geeuwt. Ja, nu krijgt hij toch heus slaap.
De klok in de gang begint te slaan.
Rob telt de slagen.
Een... twee... drie... vier... vijf...
‘Moeder moest eens weten, dat ik nog niet slaap,’ denkt hij.
... zes... zeven... acht... negen... tien.
Tien uur al!
Dan vallen zijn ogen vanzelf dicht.