6. Besluit
Ik wil het bij deze portretten laten. Er zijn er ongetwijfeld nog vele meer, maar, zoals ik al in mijn
inleiding schreef, ik ben een aantal van de hier genoemde afbeeldingen tijdens bibliografisch
onderzoek tegengekomen en derhalve was het zoeken naar Marnix-portretten geen doel op zichzelf.
Ik heb deze kleine studie dan ook niet een ikonografie genoemd, maar een ikonografische
verkenning, teneinde met deze restrictie het meer inleidend karakter van de studie aan te geven.
Tenzij iemand anders nog eens de behoefte mocht gevoelen deze portrettenverzameling aan te vullen
of zelfs te voltooien, denk ik, dat ik er hier genoeg de revue heb laten passeren.
Wat mij het meest geïntrigeerd heeft, is wel het onomstotelijke feit, dat we eeuwenlang naar een
onjuiste Marnix-voorstelling hebben gekeken. Al die kunstenaars, zij het graveurs, schilders,
steensnijders of medailleurs, die zich direct of indirect door de gravure van De Gheyn hebben laten
inspireren, zijn zich er niet van bewust geweest, dat deze kort na Marnix' dood een geidealiseerd
beeld van Aldegonde in het koper sneed, dat toch aanzienlijk afweek van de Marnix, die hij in
levenden lijve voor zich had gezien. Via de gravure van De Gheyn heeft de voorstelling van het
gelaat van Marnix altijd iets onraakbaars, iets afstandelijks gehad, terwijl men toch juist de mens
Marnix zo dichtbij, zo levend voor zich ziet in de tekening van De Gheyn. Zelfs de prent van Wierix
geeft een vriendelijker, menselijker beeld van Marnix, dan de tientallen kunstenaars ons hebben
voorgezet, toen ze de deftige, ernstige geleerde van De Gheyn kopiëerden.
Het blijft jammer, dat Wierix' portret geen navolgers heeft gekend, maar de mogelijke oorzaak heb
ik hierboven aangegeven. Uit dit portret blijkt met name, dat de jongere Marnix, zoals die later
verscheidene malen werd weergegeven, op een onjuiste wijze werd geïnterpreteerd, nl. door een
nog meer geïdealiseerde weergave van De Gheyns gravure.
Ondanks het feit, dat de hier vermelde portretten ‘slechts’ een greep waren uit een veel groter
aanbod, ben ik ervan overtuigd, dat alle belangrijke afbeeldingen, óók belangrijk voor elk van de
vier eeuwen, waarin ze ontstonden, aanwezig zijn. Ook dat ze in het algemeen de juiste signatuur
(voor zover mogelijk) en een redelijk betrouwbare datering hebben meegekregen. Voor wie weten
wil, hoe hiermee de plank nog wel eens misgeslagen kan worden, slaat het bekende Marnix-Gedenkboek er maar eens op na.
Dat hier zo veel Marnix-portretten voor het eerst gereproduceerd worden, is niet zo verwonderlijk:
ook 's mans ikonografie beleeft hier een première. Wellicht wekt deze studie op tot het zoeken naar
authentieke Marnix-portretten, die een genuanceerder kijk op zijn gelaat geven dan deze
verzameling, want blijkbaar heeft hij er toch net iets anders uitgezien dan ons eeuwenlang werd
voorgehouden.