Een heroïsch motief en zijn verval in de XVIIIde eeuw
1. onderhandelingen tusschen civilis en cerealis. Fresco in het Paleis op den Dam door Le Grand, 1697. (bl. 228)
de achttiende eeuw
2. Prent door N.v.d. Meer, jun. voor het epos ‘Claudius Civilis’ door J. Le Francq van Berkhey 1764. Vgl. ook afb. 723. (bl. 209)
3. Prent door R. Vinkeles naar J. Buys voor J. Kok, ‘Vaderlandsch Woordenboek’, dl. IX 1788. (bl. 57)
Tegen het einde der 18de eeuw vermindert het begrip voor de waarde der traditioneele heroïsche motieven (afb. 2). Opvallend is verder in afb. 3 de vermenging van de twee tot dusver uiteen gehouden gebieden: heroïsche geschied-uitbeelding en wetenschappelijk-archaeologische reconstructies. Figuren als de Bataven op de voorgrond van afb. 3 met hun primitieve, deels foutief gereconstrueerde kleederdracht (vlg. afb. 20 en 21), vindt men b.v. niet in de 17de eeuwsche uitbeeldingen van de Opstand van Claudius Civilis (afb. 73-87). Zie voor deze vermenging b.v. ook afb. 723. (bl. 209)
Afb. 48