Iris(1928)–Jacqueline van der Waals– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] Luchtige liedjes. Zoude ik mijn liedjes, de vluchtige, lichte Liedekens zingen, gelijk ik ze zing? Zoude ik zoo lustige liedekens dichten, Zoo het mij naar mijn lust verging? Zoude ik mij spelender- wijze vermeiden, Dingen bezingend, die buiten mij zijn: Vrede - van 't vee in de vredige weiden, Vreugde - van bloemen en zonneschijn? [pagina 18] [p. 18] Zoude ik van vreugdige, vredige dingen Zingen, een lachje van spot om den mond? Zoude ik zoo luchtige liedekens zingen, Zoo ik hier binnen de vreugde vond? Vorige Volgende