Gebroken kleuren(1939)–Jacqueline van der Waals– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 100] [p. 100] Dood nadering I Is dit, o Heer, dit oppervlakkigheid, Dat ik mijn uren en mijn dagen Zoo onbezorgd en zonder veel te vragen Zoo ongeveer als vroeger slijt? Alleen wat machteloozer en wat zwakker En zonder levenstaak en levensstrijd - Des morgens word ik zonder plichten wakker En hul mij aanstonds in mijn eenzaamheid. Dan komen vrienden die mij wat verwennen En meren aan mijn oever hunne boot, Wij spreken van het leven, dat wij kennen Met luider stemme en zachter van den dood. Dan gaan zij heen en eenzaam blijf ik achter.... Ik weet niet, is dit oppervlakkigheid, Dat niet mijn stem nog stiller en zachter En sprak van U en Uwe heerlijkheid? Vorige Volgende