Verzamelde gedichten(1887)–Julius Vuylsteke– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende De zwaarste straf Wij leeren van onze eerste jaren een heil'ge vreeze voor de Hel! Geen lijden, zegt men, is zoo snerpend, geen foltering zoo fel! Dat oud geloofstuk is een fabel! Er is, helaas! veel scherper pijn: - hoe zou men anders duivels straffen, wanneer zij plichtig zijn? Hen kan men toch ter Hel niet doemen, zij zijn het branden lang gewend; het eeuwig vuur, dat ons doet siddren, is juist hun element. Hoort dan hoe 't gaat. Wanneer een duivel eens buitenmate strafbaar is, roept hem vóór zijn geduchte vierschaar de vorst der duisternis, [pagina 95] [p. 95] en doemt hem om een mensch te worden, en zendt hem naar de wereld af, en stort hem Liefde in 't gloeiend harte. Dát is de zwaarste straf! Vorige Volgende