Verzamelde gedichten(1887)–Julius Vuylsteke– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 67] [p. 67] Wandel-indruk 's Morgens in het stille bosch is het wandlen zoet: 't bloempje riekt dan nog zoo goed; 't vogellied springt los; 't gras, het nietig kleine gras heft zich trotsch omhoog, als een mensch dien smarte boog, die rampzalig was; 't vliegje ronkt en dartelt blij in de pure lucht; 't leeuwerikje neemt zijn vlucht door den ether vrij; iedre boom staat fier, verguld door het zonnelicht, in den dauw die op hem ligt als in goud gehuld; van elk blad van elke plant drinkt de zon een' traan... - ik, ik zie dat rustig aan, 't pijpken in de hand. 'k Vraag aan bloem, en blad, en gras, aan den boom die pronkt, [pagina 68] [p. 68] aan de vlieg die stoeiend ronkt, aan het vooglenras: ‘Drukt er dan op u geen pijn, dat gij zijt zoo blij?’ - en zij toonen allen mij wat hun smarten zijn: 't vogeltje het boerenkind, 't vliegje 't net der kop, 't blad de rups, de boom 't klimop dat zich om hem windt, 't gras het kwade kruid dat krielt, heel rondom vergaârd, en de bloem den wespestaart die haar scherp ontzielt. En dan scheen mij ieders lot eene bron van weên, en de dauw een waar geween waar de zon meê spot. En 'k dacht op mij zelven wat en op ons geslacht... Niets dan smarten!... - En ik dacht; ‘Waarom is al dat??’ - - [pagina 69] [p. 69] Toch gaat alles op zijn best op dees droevige aard'; schepsels, eet en drinkt bedaard: God zorgt voor de rest; en valt ook dat restje zwaar, dat is al maar schijn; de aarde zou een Eden zijn, zagen wij eerst klaar; vraag het liever aan die 't weet, aan den optimist: zooals hij het zegt, zoo is 't, ja, hij heeft het beet. 't Was en 't is: 't moest dus zoo zijn; 't blijft ook zoo gewis; alles roept ons toe: Wat is, is maar slecht in schijn. Wenscht gij 't anders, 't helpt toch niet; 't wenschen waar' dus dom; 't helpt niet, ook al weent ge er om, als een Demokriet. Doe als bloem, en blad, en gras, als de boom die pronkt, als de vlieg die stoeiend ronkt, als het vooglenras: [pagina 70] [p. 70] denk aan niets! en laat het gaan, zooals 't immer ging... - En 'k hernam mijn wandeling, en stak 't pijpken aan. Vorige Volgende