tik douche, tik wekker, tik wekker plus douche, tik wekker, tik wekker - Het regent niet meer, zei Tineke, maar ik kon al niet meer antwoorden want ik viel langzaam in slaap.
We moesten dagelijks met een treintje naar New Brunswick (waar Tineke mij enigszins vrijwillig helpt op het lab). De eerste ochtend vroeg de kaartjesverkoper of onze naam soms Jackson was, die waren hier namelijk ook nieuw.
Toen we thuiskwamen die eerste avond, bescheen mijn zaklantaarn een poes die ons pad kruiste, voor ons uit, kriskras met ons mee tot aan de deur en na wederzijdse aarzeling mee binnen. Daar ging hij van stoel tot stoel, opziend naar denkbeeldige lieden of vlinders met kattegezichten, toen met ingehouden adem diagonaal door de kamer; kijken naar onze benen, handen. Luid spinnen. Auw. Spinnen. Wij gaven het roofdiertje wat melk te drinken, waarna het zich waste en te slapen legde. De volgende morgen nam ik het in de armen toen we naar ons werk gingen, en zette het neer op de plaats waar het ons had ontmoet. Huilend liep het echter met ons mee, zodat we het op een lopen zetten, door het brullend wezentje achtervolgd.
Pas vijf minuten later hielden we stil om achter ons te zien. De kat, want meer was de poes ten slotte niet, zat toen midden op de weg; met zijn gezicht of zijn achterhoofd naar ons toe, dat was niet meer te zien.
Met Kerstmis hebben we een boompje gekocht. Het was avond, Tineke moest lachen om de lange schaduw die ik wierp in het maanlicht, op de sneeuw, met die boom over mijn schouder. Het was vijftien minuten lopen van het station naar huis.
Diezelfde avond maakte ik nog een kerstmannetje, van oude lappen en wat rood papier. Het hield zijn armen uitgespreid - want dat was het makkelijkst te maken - als het ware gereed voor de sprong; zijn zwarte ogen van inkt liepen wat uit en vloeiden ellendig ineen. Ik hing het spookje op aan de nek doch verborg het stropje enigszins, want dat