Het werkelijkheidsgehalte in de letterkunde
(1962)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd69Bij elke belangrijke nieuwe omkeer in de litteratuur vindt men bijna steeds, soms tientallen jaren tevoren, eenzame, geïsoleerde, geniale voorlopers. Veelal miskend en buiten elk groepsverband vertonen zij individueel, geheel uit zichzelf, wat later het collectieve kenmerk van een richting of school zal zijn. Dit is hieruit te verklaren, dat in de litteratuur de technische vernieuwing niet noodzakelijk uit de geestelijke vernieuwing voortvloeit. Integendeel, vaak gaat de eerste bij bepaalde individuen lang vooraf aan de meer groepsgewijze en aanzienlijk later komende geestelijke - psychologische, inhoudelijke - vernieuwing. Dit uiterst interessant litterair verschijnsel is bij mijn weten weinig opgemerkt. Het zou een grondig litteratuurfilosofisch onderzoek waard zijn. Maar dit valt buiten het bestek van dit boek.Ga naar eind314 Om een voorbeeld te noemen: in het Nederlands taalgebied waren Willem Elsschot en Dèr Mouw duidelijke en onbetwistbare voorlopers van de respectievelijk vijfentwintig en negentien jaar later opkomende Forum-richting. Een voorloper van het expressionisme, en hieraan niet tien jaar maar bijna een eeuw vooruit, is de geniale Georg Büchner. Toen hij op nog pas vierentwintigjarige leeftijd in februari 1837 stierf, was zijn drama ‘Woyzeck’, dat algemeen wordt erkend als een voorafschaduwing van het latere expressionisme, bijna voltooid. Het is in de nagelaten manuscripten evenwel onvolledig en fragmentarisch bewaard gebleven.Ga naar eind315 - Evenals het novellistisch proza van Heinrich von Kleist | |
[pagina 178]
| |
die, vierendertig jaar oud, in 1811 een eind aan zijn leven maakte, is de novelle ‘Lenz’ van Büchner reeds geheel geschreven in de stijl van de latere zogenaamde nieuwe zakelijkheid. Een ander voorbeeld is de verzenbundel ‘Leaves of grass’ van de Amerikaanse dichter Walt Whitman (1819-1892). Daarin vindt men reeds geheel het exclamatorische en eruptieve, dat later tot de verhevigde uitdrukkingswijze van het expressionisme zal gaan behoren. Whitmans poëzie bestaat voor een deel uit luide, donderende uitroepen, die hun effect niet missen, en van precies dezelfde humanitaire aard zijn, (een groot deel van deze verzen heeft betrekking op de Amerikaanse vrijheidsoorlog waarin de dichter ziekendrager was), als de expressionistische poëzie: ‘Americano's! Camarado's! Pioneers!’ De extatische roes van een sandwichman der humaniteit.Ga naar eind316 De in 1891, een jaar vóór Whitmans dood geboren Nederlandse dichter Van Schagen, een typische expressionist, heeft een klein gedeelte van diens bundel vertaald; zijn eigen werk is er zeer mee verwant. Ook op de Duitse expressionistische lyriek heeft het werk van Walt Whitman ongetwijfeld geestelijk en technisch invloed gehad. Een ander onbetwistbaar individueel, zij het een onmiddellijke voorganger van het expressionisme, was de toneelschrijver Frank Wedekind (1864-1918), die ook acteur was en die ik samen met zijn aan hetzelfde gezelschap verbonden vrouw en Tilla Durieux omstreeks 1910 in München een week lang elke avond in steeds weer een ander stuk van hemzelf heb zien optreden. Van zijn uiterst vernieuwende en mijns inziens voor een groot deel ook nu nog niet echt verouderde stukken noem ik: ‘Frühlings Erwachen’ (1891), ‘Marquis von Keith’ (1900), ‘Lulu oder Erdgeist’, ‘Musik’, ‘Der Kammersänger’, ‘Die Büchse der Pandorra’, ‘König Nikolo, oder so ist das Leben’. In 1912-1921 verschenen zijn ‘Gesammelte Werke’ in negen delen. |
|