Verzamelde gedichten(1968)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 274] [p. 274] August von Platen: Tristan Wie de schoonheid zag met eigen ogen Is reeds aan de dood ten prooi gegeven, Deugt voor niets meer in het aards vermogen, En toch zal hij voor de dood nog beven, Wie de schoonheid zag met eigen ogen. Eeuwig zijn voor hem der liefde smarten, Want een dwaas slechts kan op aard' verlangen Te voldoen aan deze drang des harten: Wie eens door het schone werd gevangen, Eeuwig zijn voor hem der liefde smarten. Ach, hij wil wel als een bron verzanden, Had met de adem gif graag ingezogen, Wil op bloemgeur bij de dood belanden. Wie de schoonheid zag met eigen ogen, Ach, hij wil wel als een bron verzanden. Vorige Volgende