Verzamelde gedichten
(1968)–Victor E. van Vriesland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 218]
| |
[pagina 219]
| |
IIAl schrieler wordt het bestaan. Schaduwen
Schuiven snel over de Amstel.
Het zijn de gedachtenissen aan de gestorvenen
En hun gedachtenissen aan mij.
| |
[pagina 220]
| |
IIINog steeds overkomt mij
Het oude heimwee
Naar een kindheid die er niet geweest is
Vanuit een onwezenlijk heden
Vluchtig maar tijdeloos.
| |
[pagina 221]
| |
IVKlinkt er een bootshoorn? De roep
Is al voorbij; nog eer
Gemeerd is, is men voorbijgevaren.
| |
[pagina 222]
| |
VBoven de stad wordt het snel
Donker. De lichten gaan op.
Het jammeren van de twee duiven
Wordt opgevolgd
Door het ijle juichen van honderden spreeuwen.
| |
[pagina 223]
| |
VILaat mij in eenvoud mij
Bezinnen op het van ouds
Bekende eind van het lied.
|
|