Verzen(1932)–Theun de Vries– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] [Slaap nu en luik] SLAAP nu en luik de lange wimpers bevende over oogen die straalden, en wier glans brak in een pijn en stralend opstond in hernieuwd verrukken; slaap, en laat deze bruidsnacht ons genezen van eenzaamheid, verlangen, klacht en leegte. De maan ontbrandt als heilig noorderlicht en eensklaps stort de nacht vol wilden luister - Tusschen de kronen van 't oud geboomte waar de wind te rust ging leeft zilverspel; in 't water vliet het vloeibaar vuur der maan als stroomversnelling door een sneeuwig land dat grenzen reikt tot aan het luchtmeer waar het mondt in licht, waar kalm en klaar boven de vlakten der verhelderde aarde de wolken staan blinkend en hard gesmeed in maanlichtvlammen - Vorige Volgende