Verzen(1932)–Theun de Vries– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] [Lichte tuinen] LICHTE TUINEN stijgen in den hemel, hellingen, waarlangs de maan zal dalen, waar gevangen tusschen gele floersen groote bleeke zonnen willen rusten - Als een vlucht van wilde vlinders regent bloesemwind over de stille kreken, geurloos, maar een warmte, zacht en zwevend. Alle onverhoorde wenschen stijgen smartloos op in dezen eeuwgen morgen; en de ziel, de langgekooide vogel, ijlt de vrijheid tegen als haar eigen onvergeetlijk vaderland en spiegelt zich met hemelsche verwondring boven heldre waters van een nieuw heelal. Vorige Volgende