- Vertel mij nou toch 'ns, Herre... hij is begonnen, om voor dominee te leren; maar kan ie nou als dokter ook zieken beter maken?
Tjalling en Herre moesten er om lachen; en Herre legde zijn moeder uit, dat er doctoren in de theologie waren, net zo goed als in de medicijnen, en dat de benaming alleen betekende, dat Rudmer alles geleerd had, wat er te leren viel. En hij besloot:
- Ja, hij kan nou hoogstens nog professor worden...
Reinou's voorhoofd betrok met zorgelijke verwondering. Die grootheid leek haar bijna te veel, en ook Tjalling opperde hoofdschuddend zijn mening:
- Nou, ik ben blij, dat ie eerst maar 'ns dominee wordt, daar in de wouden, ...in Juli zal ie zijn intree doen, en daar hoop ik bij te zijn. Dominee heeft ie willen worden, en hij is het geworden; 't is mij al mooi genoeg. -
Ze zwegen. Dachten ze alle drie aan Rudmer's hollandse bruid? Reinou ruimde het koffiegerei weer weg; maar er lag haar nog een vraag op de lippen: Wat of Herre vond van die haarlemse juffer, waarmee Rudmer zou trouwen? Tjalling viel haar bij in de vraag; Herre, die zelf aan het meisje gedacht had, antwoordde kalm:
- Nou Mem, ik denk maar zo, de jongen heeft eindelijk de wereld gevonden, waarin ie zich thuis voelt; hij moet daarin verder leven, en dan past 'm alleen zo'n vrouw... Wou Mem soms, dat ie met een boerendochter trouwde, net als ik? -
De laatste woorden zei hij stroever en met overschaduwd gezicht. Reinou zuchtte, het blad vol porcelein nog in de handen.
- Je hebt wel gelijk... alleen is 't soms krek, of hij niet meer bij ons hoort, weet je. En nou nog veel meer... geen Friezin!
Herre lachte met enig ongeduld.
- Kom nou, Mem, 't blijft daarom Rudmer Wiarda, al is ie dominee en al trouwt ie met een Hollandse... We hebben het allemaal vooruit kunnen weten, dat een student wat