Yets van Arabien in't gemeen.
D' Oude Arabiers hielden seer weynigh van alle Tugt en Leeringh: lieten hun Hoofdt-hayr op 't langhste wassen; doch schooren den Baard af behalven de Knevels.
Alles was onder haar ghemeen, en niemandt had yet eygens; selfs oock waren de Vrouwen onder de Bloedt-vrienden voor elk ten besten. Sy ontsaegen zigh geen Onkuysheydt noch Bloedschande met hun eygene Moeders en Susters te bedryven.
Slange-vleesch en Kemels-melck ghebruycktense voor spijs en dranck. 't Goud was so overvloedig by haar, dat hun geheelen Huysraad daar van gemaackt wierd; en ter dier oorsaack soo weynigh geaght, datse een pondt Goud voor een pond Yser gaven.
Voor haar doden droegense gantsch geen sorgh, want selfs hun Koningen begroevense wel in een Misthoop.