Almacarana.
LEyd op een Bergh, soo hoog, datmen, van de benedenste vlakte af, 7. Mylen moet opklimmen, door een seer engen weg, op welcken twe personen malkander nauwlijcks wijcken konnen, eer men tot de Stad komt. Doch onaanghezien deese groote moeylijckheydt, soo hebben evenwel d' Inwooners geen gebreck van eenige Leeftoght.
Alleen eenen Regenbak in dese Stad heeft Waters genoegh voor 10000. Menschen. In de Stad Reame, een daghreys hier van daan gelegen, vind men Schapen, soo swaar en vet, datse nauwlijcks gaen konnen. De staert van een der selver weeght dickmaal 24. ponden. Oock heeft men hier sneeuwitte Druyven, sonder kernen, soo goed als in eenigh Land ghevonden moogen werden.
Als de Lieden hier 130. Iaeren oud geworden sijn, soo bevindense zig noch in goede kragt des Lichaams.
't Meeste deel deeses Volcks gaat naakt; doch de Kooplieden, en die noch eenige Eerbaarheyd hebben, gebruycken Hembden, of een wit doeckje, om hun Schaamte te bedecken. Door gantsch Arabien dragen de Mannen hoornen, van hun hoofthair gevlogten.