Doode Zee.
SOo werd dit Meir ghenoemd, om dat'et stil en als onbeweeglijck is. Voortijds is't een seer schoon, lustigh en vrughtbaar Land geweest; in zig vervat hebbende de vijf Steden Sodom, Gomorrha, Zeboim, Adama en Zoar; die door 't rechtveerdigh Oordeel Godts, over haar grouwelijcke sonden, in sulck een helschen Poel verandert sijn gheworden (behalven alleen Zoar, door de voorbeede Loths) wanneer de Heere van den Hemel af Peck, Swavel en Vyer over haar liet regenen.
Dese Doode Zee is meer als aghthien Duytsche Mylen langh, en ontrent vijf Mylen breed. Geen dingen konnen hier in te grond gaan; ja alsmen zelfs Yser daar in werpt, so drijft het boven op't water; 't welk veel souter is als eenig Zeewater, doch vuyl, stinckend, en slymerigh, wegens het Iodenlijm.
't Ghedaghte Lijm, 'twelck swart en Peck-achtigh is, drijft met groote stucken in dit Meir, hebbende de ghedaante eens Stiers sonder hooft.