Vlamrood(1920)–Hendrik de Vries– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Bedwelming. Heete schrik, waarmee haar schoonheid speelt en spot; Hevig wit, waarin zij nauw'lijks is verscholen, Sneeuwjuweelen, tot een wanhoop van genot, Los, waar legioenen oogen over dolen. Rosse franjes, die de winter zijn ontstolen. Terging. Tusschen reten wisselt, zon-beslopen, Windgeslagen Weelde, honigreukig - open Voor de rukken, bij de nietigste gebaren. Schreden van gedempte blozing. - Pluimgolf haren. Vorige Volgende