Vlamrood(1920)–Hendrik de Vries– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Morgenschemer. Feesten van 't heelal.------ ------ Kramp-gebalde stad. Bergwallen. Kloven. Steeds-ontzaglijker ketenen. Duizel-dal bij dal. Rails voor schijf en rad. Uit hallen Schudden renners, knalkracht-bezetenen. Vensters, hoek aan hoek, flits aan flits, vuurgeel: Juweelen Tot gelijkste strakheid geregen, Snoer aan snoer aan snoer. Ruw geheel, uit veel Geheelen. Takel-stompen vullen en leegen. Stegen, murw en molm, die elkander bits Ontmoeten. Gas-bedompte, stromp'lende paden. Vensters, flits aan flits. Spits bij spits bij spits. Volk-stoeten. Wagenbeugels, gierend langs draden. [pagina 17] [p. 17] Nadruk, die alom en die nergens is. Reeks dokken In bereik van roetige regen. Vlijming en gegrom. Wrevel. Ergernis. Bij vlokken Spat gewoel de staalvliegers tegen. Vorige Volgende