24. Een verrassing.
Jaap en Gerdientje hadden Polleke weggebracht tot het bos. Toen ze terugkwamen, liep Gijs in de tuin en stak zijn hand op. Hij riep de kinderen.
'Kijk eens,' riep hij. 'De groente komt al zo mooi op!.... Dat komt zeker van de dichte gaatjespan.'
Ze lachten.
Maar Gijs had gelijk. De erwtjes stonden al mooi in de rij. De sla was er ook al boven. En de spinazie....
Maar wat wàs er toch met die spinazie?.... Jaap bleef er bij staan en keek... en keek... Wat stond die raar!.... Die kwam op in groene lijnen, net alsof er op het bed
getekend
was!... Kijk, daar was een kringetje, een hoofd warempel, met twee ogen, een neus en een mond!.... Een heel poppetje stond er... En dáár, waren dat geen letters?....
'Gerdientje, kom eens gauw!' riep Jaap. 'Gijs, kijk óók eens!.... Hier staat wat te lezen op het spinaziebed!'...
'Och jongen, dat kàn toch niet!' lachte Gijs.