'Die kogel is vast niet goed,' zegt hij. 'En de knikkers staan ook niet recht in de rij!.... Bah, ik vind het niets leuk vandaag, hoor!'...
'Ga dan maar weg!' zegt Wim. 'Wat doe je ook bij ons!'....
Maar Jaap stoot Wim aan. Dat betekent: 'Zeg maar niks meer, jô!.... Laat hem maar mopperen....'
Het spel gaat door. Polleke wordt al maar rijker. En Gerrit wordt al maar armer. Eindelijk zijn al zijn knikkers op. Dan loopt hij boos en brommend weg.
'Laat hem maar gaan, hoor!' zeggen de jongens. En ze zijn dankbaar, dat ze hem kwijt zijn.
Maar zie, wat doet Polleke nu?.... Polleke springt Gerrit achterna en haalt hem weer terug. Hij heeft medelijden met die grote jongen.
'Wil je tien knikkers van mij lenen?' vraagt hij. 'Dan kun je nog meedoen.'
O ja, dat wil Gerrit graag. Hij rammelt blij met zijn geleende knikkers. En het opscheppen kan hij nòg niet laten.
'Nu zul je eens wat zien!' roept hij. 'Nu win ik al jullie knikkers, jongens! Want ik kan het toch beter dan jullie allemaal!'....