Nou, dàt vinden ze fijn!
Gijs leunt op zijn schop en kijkt de kinderen aan. Hij knijpt zijn linkeroog een beetje dicht. En er komen allemaal grappige rimpeltjes boven zijn neus.
Als Gijs zó kijkt, dan moet je oppassen! Dan komt er meestal een grap.
Maar deze keer is het toch niet zo. Gijs wordt weer ernstig. Hij zucht. Hij werkt al weer.
'Ja,' zegt hij, onder het spitten door, 'maar als jullie nu ook maar eens wat voor mij wilden doen!.... Als jullie mij ook maar eens wilden helpen. Maar jullie speelt zeker liever, hè?'....
'Wel nee!' roepen ze alle drie. 'Dat willen wij best, hoor Gijs!'....
En ze worden er haast een beetje boos om. Want hoe kan Gijs dàt nu denken, dat ze hem niet zouden willen helpen!
'Gelukkig,' zegt Gijs. 'Nou, luister dan eens. Dan moet je een boodschap voor mij doen. En je moet hard lopen, want er is nogal haast bij. Wie het eerst terug is, die krijgt tien knikkers extra!.... Afgesproken?'....
'O, fijn Gijs!.... Leuk Gijs!' roepen Jaap en Gerdientje. En zij staan al klaar, om weg te springen. Alleen Polleke zegt niets en kijkt stil voor zich uit.
'Wat moeten wij halen, Gijs?.... Waar moeten wij naar toe?'....