Vaderlandsche liederen, voor het genootschap van wapenhandel te Leyden (4 delen)(1784-1785)–Pieter Vreede– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina M2r] [p. M2r] Aan de vaderlandsche dichters. Wijs: Quand j'etois dans mon jeune age. Grijpt naar't speeltuig, Zangchoraalen; Tokkelt uw verheeven lier: Vrijheid moete op 't heerlijkst praalen, Door uw kunst, en eed'len zwier! Neêrland geeft u stof tot zingen, Lang gefolterd, lang gedrukt: Kunstmin zal naar d'eerprijs dingen, Daar haar hand u loov'ren plukt. [pagina M2v] [p. M2v] Zingt de glorie der Bataaven; Zingt, in keurig maatgezang, Hoe, zij recht en vrijheid staaven, Waaken voor hun waar belang; Hoe de twistharpijen vluchten, Als ons hart voor Vrijheid gloeit; Wat zij van ons wraakzwaard duchten, Als de Heerschzucht ligt geboeid! * * * Hoe een drom van siere helden, Die, door eed'le drist bezield, Aan de Muitzucht paalen stelden, Voor geen' ijs'ren scepter knielt; Hoe, in kommer-volle dagen, Nog 't grootmoedig Bato's hart, Bij de felste bliksemslagen, Slavernij en kluisters tart! [pagina M3r] [p. M3r] Zingt van scherpgewette dolken: 't Harnasch, dat den Vrijman siert, Grootste steun van vrije volken; Zingt, hoe Vrijheid zeegeviert! Vrijheid moet den scepter voeren; Eeuwig heerschen op haar' throon! Geen gedrocht moet haar beloeren! Elk vlecht haar een glorie kroon! * * * Eeuwig moete uw dichtaêr vloeijen, Daar der helden roem u wekt! Eeuwig moet ge, o Dichtkunst, bloeijem Als gij hun tot glorie strekt. Zingt dan, zingt dan, Zangchoraalen; Tokkelt uw verheeven lier: Vrijheid zal op 't heerlijkst praalen, Door uw kunst, en eed'len zwier! P.B. Vorige Volgende