| |
| |
| |
Eerrijk en roosje.
Wijs: Un matin brusquement.
Toen Leeuwendaal 't geweld
Van Castiljè moest verduren,
Werde ieder burger straks een held,
Verliet zijn vaderlijke muren,
En greep naar carabijn en dag,
Voor 's Lands Vrijheid en gezag:
Men wil, dit kan elks moed ontvuren,
Stout, herstellen 's Lands gezag,
Of, moedig, sneuv'len in den slag.
| |
| |
Ook Eerrijk voelt zijn hart
Door het zelfde vuur ontgloeijen;
Daar hem geen vrees benart,
Hoort hij naar niets, dan Neêrlands smart.
Hij gaat zich meê ten strijde spoeijen,
Op dat het hem gebeuren mag,
Fier, te redden 's Lands gezag,
En zich te ontslaan van slaafsche boeijen:
Fier te redden 's Lands gezag,
Of, vrij, te sneuv'len in den slag.
Zijn jonge en schoone Gaê,
Al de wellust van zijn leven,
Zijn Roosje volgt hem na.
Ach, roept zij, schreijende, Eerrijk stal
Gij wilt me, ô wreedaart, dan begeven!
Daar 'k steeds zoo na aan 't harte u lag,
Spot ge thans met mijn geklag;
Verlaat me, ondanks mijn tegenstreven;
Gij zijt doof voor mijn geklag;
ô Ja, gij haakt slechts naar den slag!
| |
| |
Ach! kan dan ook 't gezigt
Van uw kroost u 't hart niet raken?
(Zij toont hem 't lieve wicht,
Daar 't, lagchend, in het wiegje ligt,)
En kunt ge uw kind, als mij, verzaken?
't Is weinig, dat ik niets vermag;
Maar, helaas! die lieve lach
Doet die uw opzet u niet staken?
Heeft die schuldelooze lach
Op 's Vaders hart dan geen gezag?
Neen, Roosje, zegt hij, 't Land,
Eer, en plicht heest ook zijn rechten.
'k Verdiende nooit uw hand;
Uw kind zag zich bedekt met schand,
Zoo 'k weig'ren kon voor 't Land te vechten,
Niet, moedig, volgde Vrijheids vlag:
Maak een eind aan uw geklag!
Die taal kan ras het pleit beslechten,
Maakt een eind aan haar geklag,
En toont, wat de eer op 't hart vermag.
| |
| |
Zij reikt hem zelv' 't musket,
En gordt hem het staal op zijde.
Voor Vrijheid, recht, en wet,
Door Dwing'landij vertreên, verplet,
Ga, spreekt ze, en trek, met moed, ten strijde!
Hoe me uw gemis ook deren mag,
(Zoo 'k u eens niet weder zag!)
Ja, hoe dat wicht daar ook door lijde;
Strijd, met eer, voor 's Lands gezag,
Of sneuvel, roemrijk, in den slag!
|
|