Vaderlandsche liederen, voor het genootschap van wapenhandel te Leyden (4 delen)
(1784-1785)–Pieter Vreede– Auteursrechtvrij
[pagina A6v]
| |
[pagina A7r]
| |
De Vrijheid is het eigen
Van Bato's edel kroost;
Wat stormen 't ook bedreigen,
In Vrijheid vindt het troost:
Zoo lang die blijft behouden,
In Nêerlands rijk gewest,
Zal nooit de roem verouden
Van ons Gemeenebest.
* * *
Steeds werdt zij aangebeden,
In 't moedig Leeuwendaal:
Voor Haar heeft vaak gestreden
Der Belgen heldenstaal.
De Roomsche Veld-banieren
Getuigden, tot haar schand,
Den moed der Batavieren,
De Vrijheid van ons Land.
| |
[pagina A7v]
| |
Civilis en zijn Helden
Verbraken 't Roomsche juk:
De aloude bladen melden
Hunn' roem en krijgsgeluk.
't Fier Rome, schoon 't zich noemde
Meestresse van 't Heelal,
Hoe trots, hoe machtig, roemde
Nooit op der Belgen val.
* * *
De Spaansche Dwinglandije
Weêrstondt men, hoe verwoed.
De macht dier Heerschappije
Bezweek voor onzen moed.
Die moed en 's Hemels zegen,
Die Vrijheids- min verzelt,
Verijdelde aller wegen
Het machtigst krijgsgeweld.
| |
[pagina A8r]
| |
Sints koos, om steeds te wonen,
De Vrijheid Nêerlands oort.
Ze aanschouwde ons ala haar Zonen,
Door onze deugd bekoord.
't Is waar, na blijde dagen,
Kwam wel een droeve dag:
Zij zag zich vaak belagen,
Door zucht naar meer gezag.
* * *
De hand, die haren zetel,
En glorie voor moest staan,
Was dikwijls zoo vermetel,
Van Haar in 't hart te slaan;
Werdt dikwijls haar verrader:
Getuig dit, dierbaar bloed
Van Barneveld, 's Lands Vader,
Gestort in euv'len moed!
| |
[pagina A8v]
| |
Tuigt dit, geknotte leden
Van 't edel Broeder paar,
Door 't graauw, ontbloot van reden,
Gereten van elkaêr!
Ja, tuigt dit, Patriotten,
Die voor uwe eerlijkheid,
Niets zaagt, dan moordschavotten,
Ging 't Eén' naar wensch, bereid!
* * *
Maar laat de boosheid woelen,
Een' Dwing'land ten geval;
Zij tracht' haar' moed te koelen;
Der Belgen deugd staat pal,
Voor Vrijheid, en 's Lands Vad'ren!
Der Helden scherp geweer,
De schrik der Land verrad'ren,
Slaat Dwinglandij ter neêr.
| |
[pagina B1r]
| |
Dat wij voor Vrijheid leven,
Zoo leven wij vernoegd:
Of, moet men voor Haar sneven,
Men sneve, als 't helden voegt!
Geen onheil kan ons deren,
Zoo lang wij, vrij en blij,
's Lands recht en rust verweren,
Ten schrik der Dwing'landij!
PIETER van SCHELLE.
|
|