Voorwoord
De oorlog van 1940-1945 heeft ontzaglijk veel veranderd in de wereld. Hij heeft gevestigde waarden omvergeworpen en dwingt ons alles opnieuw te bezien. Dit noopt ons dus tot een heroriënteering, óók en niet in de laatste plaats over de positie van ons land in de wereld. De noodzakelijkheid hiervan bracht mij er in 1943 toe een studie te beginnen van onze grenzen, van de wording er van en de politieke tendenzen, welke zich hierbij voordeden. Uit deze studie vloeide een boek voort, dat in den loop van 1944 geschreven werd. Het was niet bedoeld als een betoog vóór annexatie van eenig gebied, hoewel het de historische aanknoopingspunten hiervan volledig bespreekt; deze liggen opgesloten in de tendenzen, waarop ik in den ondertitel doel. De eischen door onzen minister van Buitenlandsche Zaken, Van Kleffens, in Juli 1944 voor het eerst en nog wel heel voorzichtiglijk aangekondigd, brachten er mij niet toe mijn boek direct daarop in te stellen, omdat ik, althans in dit werk, objectief toeschouwer wenschte te blijven. Niettemin heeft mij steeds de overtuiging beheerscht, dat er Nederlandsche gewesten buiten onze grenzen van 1940 liggen. Deze gedachte dringt zich reeds bij de meest objectieve behandeling der stof op. De publicatie van Van Kleffens kon mij trouwens niet stimuleeren, omdat deze verwijdering der ingezeten bevolking van in te lijven gebieden inhoudt, terwijl mijn studie er mij toe bracht een aantal gewesten achter onze Oostelijke grens als Nederlandsch te beschouwen en de bevolking daarvan als - tenminste in oorsprong - bij ons behoorende. De actie van Van Kleffens - zoo mag ik het herhaaldelijk wijzen op de noodzakelijkheid van annexatie als vorm van