Conclusie
Het oudere beeld van Spanje bewoog zich in een vicieuse cirkel: heerszucht - wreedheid - hebzucht - rijkdom - verkwisting - luiheid - ontucht - armoede - heerszucht. Hiernaast stond een deugdenkring van veel bescheidener omvang, waarin de Spanjaard heette: ridderlijk - hoofs - geduldig - betrouwbaar - edelmoedig - elegant - geestig - welsprekend - ridderlijk. De Romantiek, die de Spanjaard nooit meer in levenden lijve ontmoette en hem voor een fanaticus hield, liet uit beide ketens enkele schakels vallen zoals geestigheid en welsprekendheid, hebzucht, rijkdom, ontucht en verkwisting.
Dat de goede en de kwade kring elkaar tegenspraken, verontrustte de tijdgenoot niet. Zo kon de Spanjaard bij dezelfde schrijvers ridderlijk en bloeddorstig, wreed en charmant, edelmoedig en inhalig, ernstig en verkwistend, lui en betrouwbaar zijn. Men vroeg zich niet af, wat de geheimzinnige kracht was, die deze uiteenlopende eigenschappen bijeen hield, over welke bijzondere gaven de Spanjaard moest beschikken om zulke bonte verscheidenheid in zich te verenigen.
Hiertoe kwam men pas door de Spanjaard in eigen land te ontdekken. Toen hij niet bleek te vangen in de oude eenvormige cirkelgang, volgde verbijstering en felle onderlinge tegenspraak. Onze schrijvers begonnen het door sensationele polemiek of aesthetische bewondering òf hels òf aards genoemde land nu in zijn wezenlijke waarde te bekijken. De waarneming werd in deze periode tot beschouwing gesublimeerd. De Nederlander ging hierbij te rade bij de Spaanse generatie van 1898, die zich bijzonder in de nationale psyche verdiepte. Vooral Unamuno's oplossing, de Spanjaard als dualiteit, volgde men. Gold vroeger de geslotenheid als kenmerkende Spaanse eigenschap, nu overheerste de hartstocht. De intellectueel was antiintellectualistisch en ontdekte de Spanjaard als ‘gespleten figuur’.
Zo blijken de tegenwoordige denkbeelden geen vooroordelen van het ene land tegen het andere meer, maar projecties van de eigen persoon, die zichzelf in de Spanjaard meent te herkennen. Dit houdt het gevaar in, dat er nu een subjectieve vertekening van dit volk ontstaat. De persoonlijke vroomheid van Spaanse heiligen wekte bijvoorbeeld een zo willekeurige bewondering, dat sommigen ertoe neigden de rechtzinnigheid, die hun mystiek aan