te van het tooneel, verwaarloos de periodieken niet - Art journal en Monatblatt der bild. künste inkluis, vertaal om zoet gewin een franschen roman in vijf deelen en geef veel tijd aan Willem, terwijl ik Doorenbos, Wolff (laast u in de Gids zijn moord op de Beer?) Pierson, Spruyt van tijd tot tijd opzoek. 't Is een zegen dat mijn gestel bestand is tegen zulk een bewogen leven... trouwens ik maak dagelijks een uur gymnastiek.
Dank den klassieken kan ik een aequus animus bewaren te midden van alle onrust. De Spectator zal mij daarbij schoren want, daarvoor arbeidend, zal ik boven het gewoel kunnen leven.
Uwe voorwaarden hoop ik tot uwe bevrediging te kunnen vervullen. De tegemoetkoming versmaad ik geenszins, want boeken kosten veel geld en ik heb er veel noodig. Ik zal telkens artikelen leveren van ongeveer twee kolommen (Is dat zooveel als zes bladzijden van dit formaat?)
Schenk mij een pseudonym, als het mogelijk is welluidend, en geen holle nietszeggende initialen, die zoo leelijk zijn. Mij dunkt dat ik gedekt moet zijn, omdat ik nog te afhankelijk ben. Is u echter van oordeel dat ik mijn hart open mag dragen en dat het lafheid is dit niet te doen uit vrees voor betrekkelijke kleinigheden - - - dan heet ik kortweg Jacques Perk.
Mijn beginsel bij kritiek is dit:
Wie eene subjectiviteit bezit, die drage haar ten toon, want kritiek is eenigermate lyriek. De gustibus - - -etc.
Ik beeld mij niet in dat de waarheid mijn waarheid is. Dat ware eenzijdigheid.
Naar ruimte en onbekrompenheid streef ik - - - het veld van ‘schoon vinden’ dient zoo uitgestrekt te zijn, dat er velerlei op kunne plaats bezitten.
Men schrijft echter voor zich en zijns gelijken, die gevoelen als wij, doch geen woorden vinden om zich dit helder te maken.
Ik kan dus op grond dezer regelen, positief schrijven - gelijk u wenscht, en stel mij een lezerspubliek voor dat sympathiseert met u en waarmée ik dus sympathiseer
Onder ‘nader aansluiten aan den Spectator’ versta ik ‘toenadering tot ú.’
Mag ik beide bundels, die u mij zond, afzonderlijk behande-