De briefwisseling Vosmaer-Perk
(1938)–Carel Vosmaer– Auteursrecht onbekend
[pagina 16]
| |
De briefwisseling Vosmaer-PerkDe hier volgende publicatie is slechts mogelijk, dank zij de welwillendheid van Mevrouw C.H. van Deventer-Perk te Bergen, onder wier berusting het Perk-archief, en van Mevrouw C.S. Vosmaer-Röell te Leiden, in wier bezit het Vosmaer-archief zich bevindt. Haar beiden, enkele harer familieleden, en vele anderen wier hulp ik inriep en verkreeg, ben ik ten zeerste erkentelijk voor hun bereidwillige medewerking. De brieven zijn geheel tekstgetrouw weergegeven; onderstreping is door cursivering vervangen; een enkel Grieks citaat werd weergegeven door kleine hoofdletters. Om althans iets te behouden van de kameraadschappelijke nonchalance, welke de authentieke stukken te zien geven, werden de vele slordigheden niet weggecorrigeerd. Door zowel drukproef als revisie te vergelijken met de originelen, geloof ik aan zetfouten zo goed mogelijk ontkomen te zijn; de onjuistheden, die men hier aantreft, zijn dus van Perk en Vosmaer zelf afkomstig. Ik had geen lust ze telkens te voorzien van een ‘sic’. Evenmin leek het mij gewenst in de brieven verwijzingstekens aan te brengen. Aangezien enige opheldering hier en daar wel nodig scheen, heb ik die telkens vooraf doen gaan aan de betreffende brief, terwijl een lijst van persoonsnamen achter de brieven een aantal biografische bijzonderheden vermeldt. Deze correspondentie, zoals die in twee particuliere archieven bewaard bleef, is m.i. vrijwel volledig. Indien ergens een hiaat schijnt te bestaan, dient men eerder te denken aan de mogelijkheid, dat een gesprek verschillende zaken heeft geregeld, dan aan het verloren-gaan van schriftelijke stukken. Het is bekend, en het blijkt uit de navolgende brieven trouwens opnieuw, dat Perk enkele malen bij Vosmaer op bezoek is geweest. De afwezigheid van enig document betreffende Perks verslagen van de Hooft-feesten en betreffende zijn gedicht ‘De schim van P.C. Hooft’, maakt m.i. ook een ontmoeting in Maart 1881 waarschijnlijk. Maar wat bij zulk een gelegenheid besproken werd blijft uiteraard, zolang geen toevallige brief aan een of andere vriend het ons mededeelt, een onnaspeurlijk geheim. G. STUIVELING |
|