Gedichten(1887)–Carel Vosmaer– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende Het duivenschieten. (Na Anakreoons duifje.) Erasmia peleia.... Van waar, beminlijk duifje, Van waar zoo snel gevlogen? Van waar verspreidt en ademt Gij door de lucht u reppend Die rechtsgeleerde geuren? - De Haarlemsche justitie Verzond mij den minister. Een booze duivenmelker Verkocht mij voor een prijsje Aan eenge groote Nimrods, Doch 't Haarlemsche parkethoofd Belette d'eedle schutters Mij lam of dood te schieten. Van Rustenburg nu kom ik En breng van mijn verlosser Deez' brief aan den minister; Hij zei dat hij mij spoedig De vrijheid zoude schenken. [pagina 31] [p. 31] Doch ik, schoon hij mij vrij laat, Ik blijf hem liever dienen. Veel liever dan te vliegen Ten spel voor dierenmoorders, Verkies ik Haarlems Themis; Daar pik ik uit haar handen Het zaad der goede wetten, En drink zooveel mij lief is De koffie des concierge. Als 'k rusten wil, dan leg ik Mij in haar weegschaal neder. Daar hebt gij 't, looze vrager; Ga niet naar Rustenburg dus, Men kan daar niet meer duiven, Maar enkel bokken schieten. 12 Aug. 1882. Vorige Volgende