Gedichten
(1887)–Carel Vosmaer– Auteursrecht onbekend
[pagina 6]
| |
Dat huis is 't heilgenschrijntje,
Waar 't heiligje in woont,
Dat wondren doet en liefdrijk
Mijn eeredienst beloont.
Wanneer 'k hier kom aanbidden
En siddrend opwaarts zie,
Dan glanst er een aureole,
Om 't huis, van poëzie.
|
|