gemeener en niet alleen in hunne uitwendige verschijningen, maar ook in hun geest en idée gekend worden.
De uitstekendste geesten, in Frankrijk, Engeland, Duitschland, hunne vermogens aan de studie daarvan wijdende, hebben daartoe mede gewerkt. En het ontzettende aantal werken dat over de wijsbegeerte en de geschiedenis van het Schoone en de Kunst, over archaeologie, en al wat tot deze uitgebreide onderwerpen behoort, bestaat en nog wordt uitgegeven, mag als bewijs gelden van de belangrijkheid dezer studie, en de belangstelling die dit onderwerp, bij geleerden niet slechts, maar ook bij het publiek ondervindt.
Van den innigen wensch uitgaande om ook bij ons de sympathie voor deze studie te bevorderen, heeft dit geschrift minder de strekking om niets dan nieuws mede te deelen, dan wel om, voorgelicht door de beste resultaten reeds op dit gebied verkregen, eenige zuivere grondbegrippen over deze onderwerpen algemeener te maken, het Schoone en de Kunst wat meer ter sprake en behartigd te zien, mocht het zijn, eenige meerdere geestdrift daarvoor op te wekken.
Men verwachte hier geen bepaald en volledig stelsel,