Vlammende verten(1926)–Margot Vos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] Wij groeten u Aan het Socialisme Het scheurt en scheurt aan alle hemelboorden, Er zwelt een roode ader aan de lucht. De duisternissen die den dag versmoorden Zijn aan den rand der kimmen uitgevlucht. Wij groeten u, grootmeester van den morgen! Sla de ivoren wolkentoetsen aan! Laat door de groote, blinde wereld org'len Het voorspel van uw koninklijk bestaan! Wij groeten u! Wij zijn als donk're zeeën, Beslagen van de blauwe schemering. Laat al uw licht aan onze diepte treëen, Opdat wij opstaan in goudschittering! Wij hingen lang als zwart-geregend koren, Loodzwaar en zwijgend, aan den killen grond; Doch d' oude krachten zijn in ons herboren; Wij groeten u, doorvlamde horizont! De doffe misten die de borst besloten Hebt gij tot regenbogen uitgespreid, En grauwe tranen, in den nacht vergoten, Tot parelmoeren meren schoon verwijd. [pagina 8] [p. 8] Het waren d' eigen pijn- en angstgedachten Waarin het leven zich te pletter joeg; Het was uw groote stem die onze klachten Boven ons uit tot strijdgezangen droeg. Wij groeten u, grootmeester van den morgen! Gij hebt voor ons de wapens wèl gewet. Al zijn de blijde verten nog verborgen, Al legert rondom nog het sterk verzet, Het scheurt en scheurt aan alle levensboorden, Een struische wind vaart ruischend uit den damp En veegt voor ons een helle blanke voorde: Den breeden opmarsch naar uw blinkend kamp. September 1922 Vorige Volgende