Meiregen: een bundel kinderverzen(1925)–Margot Vos– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Ring-rang Daar danst een liedeken door den boom: Ring-rang, vlak voor mijn ruiten! ‘Ligt daar een dreumes nog in den droom? Ring-rang, die moet naar buiten! Ik tingel hem wakker, ik wek hem klaar Ring-rang met mijn ratelaar.’ ‘Jij schateraar in de schemering Ring-rang, tusschen de twijgen, 't Is nog te vroeg voor mijn springeling; Ring-rang, wil je wel zwijgen? De tuin is nog vochtig en duistergroen, Wat zal mijn snaak in den dauw daar doen?’ [pagina 41] [p. 41] Doch 't klein loos liedeken wil niet gaan; Ring-rang tinkt het de takken. ‘Aha, heb jij een blauw steertje aan? Ring-rang, dat zal ik pakken!’ Ik grijp in de blâren, daar vliegt de vlerk Ring-rang in het wijde zwerk. Vorige Volgende