En het gaat goed! Ze hebben vreselijk gelachen omdat Riwkah steeds te vroeg inviel, maar nu is het helemaal in orde.
‘Kom maar binnen. Wij gaan luisteren. Stilte kinderen! Rachel en Riwkah en Lex gaan voor ons zingen.’
Meneer Noach tikt met een stokje op de tafel die het dichtst bij hem staat. ‘Stilte! Hier komt het trio “RiLeRa”. Riwkah, Lex, Rachel.’
‘Vader Jacob, Vader Jacob, slaapt gij nog...’
Het gaat heel goed. Niemand vergist zich.
‘Schitterend! Applaus!’ roept meneer Noach.
‘Morgenochtend kunnen jullie nog een keer repeteren en dan niet meer tot morgenavond. Anders wordt het teveel. En nu allemaal naar huis, kinderen. Morgen is er weer een dag.’
‘We gaan vandaag niet onmiddellijk met de les beginnen,’ zegt meneer Noach als ze de volgende morgen op school zijn.
‘Er is iets vreselijks gebeurd. Een aantal kinderen is vannacht door de Duitsers van huis gehaald.’
Heel stil is het in de klas. De kinderen kijken elkaar aan.
‘Jij bent niet weggehaald,’ zegt Benny tegen haar.
‘Nee, jij ook niet hè?’ zegt ze tegen Benny.
Ze kijkt om zich heen. De bank van Lex is leeg.
Riwkah is er wel.
‘Hoe moet dat vanavond?’ vraagt ze aan meneer Noach.
‘Dapper zijn,’ zegt meneer Noach. ‘Joden gaan door, kinderen, zolang ze kunnen. Vanavond gaan we luisteren naar het duo “RiRa” en ze zullen voor ons zingen: “Vader Jacob”.’